Je verkoopt een auto uit de onderneming. Mooie deal, winst gemaakt. Maar die winst is belast. Gelukkig is er de herinvesteringsreserve (HIR). Daarmee stel je de belasting uit en houd je het geld in je bedrijf. Klinkt goed? Lees verder.
De HIR werkt alleen als je een concreet herinvesteringsplan hebt op de balansdatum. En binnen drie jaar investeert in een vervangend bedrijfsmiddel. Een HIR uit 2022 moet je dus uiterlijk in 2025 gebruiken. Doe je dat niet? Dan valt de reserve vrij als belastbare winst.
Bijzondere situaties: gedwongen staking
Normaal mag je de HIR alleen binnen dezelfde onderneming gebruiken. Maar soms dwingt de overheid ondernemers (gedeeltelijk) te stoppen. Denk aan een uitkoopregeling voor boeren of autohandelaren. Sinds 2024 biedt artikel 3.54aa Wet IB 2001 een oplossing: de HIR mag dan wél worden gebruikt voor een andere onderneming van dezelfde eigenaar. Zolang je IB-ondernemer blijft, is het belastingvoordeel veilig.
Voor BV’s en andere vennootschappen geldt deze verruiming niet. Waarom? In de vennootschapsbelasting telt het stopzetten van een activiteit niet als een gedeeltelijke staking. Het hele vermogen blijft binnen de onderneming, dus een aparte regeling is niet nodig.
Nieuwe kansen bij gedwongen staking
Normaal moet het nieuwe bedrijfsmiddel dezelfde functie hebben als het oude. Vrachtwagen eruit? Nieuwe vrachtwagen erin. Maar bij de nieuwe regeling hoeft dat niet. Moet je stoppen door overheidsmaatregelen? Dan mag je de HIR gebruiken voor iets totaal anders.
Een garagehouder die wordt uitgekocht, kan de vrijgekomen boekwinst bijvoorbeeld investeren in een camping of een IT-bedrijf. Zo blijft de belastingdruk beheersbaar en krijgen ondernemers meer ruimte om opnieuw te beginnen.
Meer weten over de HIR en jouw mogelijkheden? Onze adviseurs helpen je graag verder.
