Als bestuurder (hierna: belanghebbende) van een BV kun je onder omstandigheden persoonlijk door de Belastingdienst er op worden aangesproken dat er ten onrechte geen of te weinig belasting wordt afgedragen door de BV (hierna vennootschap) waar hij of zij bestuurder van is.
Het geschil
Het geschil is of de aan belanghebbende opgelegde boetebeschikking terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.
De Casus
Belanghebbende voerde via zijn persoonlijke holding B.V. als directeur de dagelijkse leiding van een vennootschap.
De vennootschap heeft haar afnemers voor twee producten, tegen het algemene omzetbelastingtarief gefactureerd, terwijl zij de bijbehorende omzet in haar maandelijkse aangiften omzetbelasting telkens onder het verlaagde tarief heeft aangegeven. Er zijn geen herstelfacturen uitgereikt aan de afnemers. Belanghebbende heeft maandelijks berekeningen opgesteld ten behoeve van de aangiften omzetbelasting en steeds aan het eind van het jaar de administratie aangepast. Dit is naar aanleiding van een boekenonderzoek geconstateerd en nageheven.
Aan belanghebbende is vervolgens een boete opgelegd, omdat belanghebbende leiding zou hebben gegeven aan een vennootschap die opzettelijk niet, gedeeltelijk niet dan wel niet tijdig omzetbelasting zou hebben voldaan.
Het Hof
Beoordeeld dient te worden of de vennootschap willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zij de verschuldigde omzetbelasting niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet tijdig heeft voldaan (de verboden gedraging).
Om de vennootschap te kunnen beboeten, moeten gedragingen van natuurlijke personen aan haar worden toegerekend. De Inspecteur heeft daartoe aangevoerd dat het handelen van belanghebbende die de dagelijkse leiding voerde rechtstreeks aan de vennootschap kan worden toegerekend en daarnaast dat er ondanks waarschuwingen onvoldoende controle is uitgeoefend op belanghebbende, hetgeen ook is toe te rekenen aan de vennootschap.
Het Hof is van oordeel dat dit handelen van belanghebbende, gelet op zijn functie van dagelijks directeur en de beperkte controle op dat handelen, toerekenbaar is en dat de verboden gedraging dus is gepleegd.
Het hof constateert dat de Inspecteur heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast te doen blijken dat het aan (voorwaardelijk) opzet van belanghebbende is te wijten dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging. De Inspecteur mocht daarvoor dus een boete aan belanghebbende opleggen.
Moraal van het verhaal
Het vervolgen of beboeten van alle betrokken natuurlijke en rechtspersonen is dus mogelijk. Belanghebbende meende van niet en stelde dat hij dubbel in zijn vermogen wordt geraakt, nu aan hem in privé wegens feitelijk leidinggeven een boete is opgelegd, nadat aan de BV ook al een boete was opgelegd.
De uitspraak is hier te lezen.