Een Besloten vennootschap (BV) die belegt in effecten en daaromtrent dividend ontvangt waarop dividendbelasting wordt ingehouden, kan deze dividendbelasting als voorheffing meenemen in de aangifte vennootschapsbelasting. Deze voorheffing vermindert dus de uiteindelijk verschuldigde vennootschapsbelasting.
Voorheffing voor zover er vennootschapsbelasting wordt betaald
Deze voorheffing kan echter ten hoogste worden verrekend met het bedrag aan te betalen vennootschapsbelasting vóór verrekening van voorheffingen. Oftewel is er in een jaar geen vennootschapsbelasting verschuldigd door de BV, dan kan de BV in dat jaar ook geen voorheffing verrekenen.
Doorschuiven voorheffing
Het bedrag dat in een jaar aldus niet kan worden verrekend als voorheffing kan samen met de niet verrekenende voorheffing van eerdere jaren worden doorgeschoven naar een volgend jaar. De voorheffing kan dan verrekend worden voor zover er vennootschapsbelasting is verschuldigd.
Voorheffingenbeschikking
Het doorschuiven en de verrekening van de voorheffing vindt alleen plaats, indien het naar het volgende jaar door te schuiven bedrag aan voorheffingen door de inspecteur is vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Definitieve aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) 2022
Definitieve aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) 2022 waarin voorheffingen worden verrekend waren vertraagd vanwege problemen bij het vaststellen van de beschikking voort te wentelen voorheffingen, de zogenaamde ‘voorheffingenbeschikking’. In augustus 2024 start de Belastingdienst alsnog met het versturen van de aanslagen Vpb 2022 en beschikkingen met de voort te wentelen voorheffingen.