Als de inspecteur aannemelijk maakt dat de belastingplichtige de vereiste aangifte niet heeft gedaan, moet de inspecteur vervolgens de hoogte van de aanslag op een redelijke wijze onderbouwen en met feiten gaan vaststellen.
Het is vaste rechtspraak dat de inspecteur de aanslag niet naar willekeur mag vaststellen. De inspecteur moet de aanslag opleggen op basis van een redelijke, beargumenteerde en inzichtelijke schatting.
Overigens is het niet toegestaan een aangifte in te dienen als concept. Artikel 8 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen zegt immers dat een aangifte duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingediend moet worden. Het gevaar is anders aanwezig dat een strafbaar feit wordt gepleegd (artikel 68). Bij twijfel is het raadzaam vooroverleg te plegen ter voorkoming van deze ongewenste gevolgen.