Via onze beroepsorganisatie het SRA kregen we vandaag het bericht dat op donderdag 6 juni 2024 om 11.00 uur doet de Hoge Raad openbaar uitspraak in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel Box 3.
Begrip werkelijk rendement?
De uitspraak van de Hoge Raad die eerst in augustus/september 2023 zou komen, maar nu dus volgende week donderdag 6 juni, gaat over de vraag of de Wet rechtsherstel box 3 bij bezitters van ander vermogen dan spaargeld nog steeds in strijd is met Europees recht. De hoop is dat de Hoge Raad zich ook uitspreekt over de invulling van het begrip werkelijk rendement.
Advocaat-generaal (AG) Wattel concludeerde op 1 september 2023 dat de Wet rechtsherstel box 3 bij bezitters van ander vermogen dan spaargeld nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt, zoals ook het oude box 3-stelsel 2017. Ook AG Pauwels kwam in zijn advies van 9 februari 2024 tot een soortgelijke conclusie.
Als de Hoge Raad het advies van de AG’s volgt (dat is niet altijd het geval) kan dat grote gevolgen hebben voor het rechtsherstel als het werkelijke inkomen lager is dan het inkomen berekend volgens de Wet rechtsherstel box 3 en/of de Overbruggingswet box 3.
Het gaat bij de uitspraak van de Hoge Raad op 6 juni om de zaken waarin advocaat-generaal Wattel op 1 september 2023 (zaak 23/00653 en zaak 23/00654, ECLI:NL:PHR:2023:655) en advocaat-generaal Pauwels op 22 december 2023 (zaak 23/00771, ECLI:NL:PHR:2023:1191 en zaak 23/00989, ECLI:NL:PHR:2023:1192) en op 9 februari 2024 (zaak 22/ 04676, ECLI:NL:PHR:2024:133) de Hoge Raad adviseerden.