De volgende handelingen worden volgens de jurisprudentie voldoende geacht om als feitelijk bestuurder te worden aangemerkt:
- de dagelijkse gang van zaken binnen een onderneming bepalen, onderhandelen met derden, offertes maken en toezenden, personeel aannemen en stukken naar derden ondertekenen;
- het zich bemoeien met de naamgeving van een vennootschap, de invulling van het managementteam en zich bezighouden met het al dan niet automatisch toekennen van een eindejaarsuitkering;
- het als enige hebben van een bankvolmacht;
- het invullen van een formulier van betalingsonmacht en zichzelf daar als bestuurder op aanmerken;
- het ondertekenen van een offerte bedrijfskrediet, het tekenen van een verzoek om kwijtschelding van belasting en het tekenen van een schuldbekentenis als directeur;
- het in ontvangst nemen van een bankpas en pincode, betalingen fiatteren en een boekhouder verzoeken om alle lopende zaken bij te houden.
Bron: artikel J.H.P.M. Raaijmakers in tijdschrift formeel belastingrecht (2017/3)